Flexwerk voortaan alleen met het nieuwe basiscontract
geplaatst op 22 augustus 2022
Al eerder haalde het kabinet een streep door onzekere contracten, zoals het nulurencontract. In ruil daarvoor komt het basiscontract: een contract dat werknemers meer zekerheid geeft over zaken als inkomen en werktijden. In deze blog vertellen wij je er meer over. Het kabinet, en in het bijzonder de Minister van…
Inzicht
Al eerder haalde het kabinet een streep door onzekere contracten, zoals het nulurencontract. In ruil daarvoor komt het basiscontract: een contract dat werknemers meer zekerheid geeft over zaken als inkomen en werktijden. In deze blog vertellen wij je er meer over.
Het kabinet, en in het bijzonder de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, heeft aangekondigd de adviezen van de SER (Sociaal Economische Raad) op te volgen en de regelgeving op het gebied van flexwerk aan te passen. Hierdoor krijgen uitzendkrachten en flexwerkers meer rechten, meer zekerheid en hebben ze ook sneller kans op een vast contract. Voor hen natuurlijk een prettige ontwikkeling, maar voor werkgevers die vaak gebruik maken van flexwerkers is het wel een omschakeling. Het flexibele en vrijblijvende aspect gaat er namelijk wel een beetje af. Dit zijn de belangrijkste wijzigingen die het nieuwe basiscontract met zich meebrengt.
1: Vast aantal uren per kwartaal
In het basiscontract moet per kwartaal duidelijk worden vastgelegd hoeveel uren een werknemer werkt en hoeveel salaris wordt uitgekeerd. Naast zekerheid biedt dat werknemers een stabiel inkomen. Een uitzondering geldt voor scholieren en studenten. Zij mogen nog wel een oproepcontract krijgen. Ook voor flexwerkers in fase A blijft het principe van ‘geen werk, geen loon’ nog steeds mogelijk.
2: Geen ‘ww-vakantie’ meer
Met het basiscontract schaft de minister ook de onderbrekingstermijn af. Hierdoor is het niet meer mogelijk om werknemers oneindig met tijdelijke en onzekere contracten aan het werk te zetten. De onderbrekingstermijn wordt namelijk te vaak misbruikt om flexwerkers op een zogenaamde ‘ww-vakantie’ te sturen, wanneer er eigenlijk een contract voor onbepaalde tijd moet worden aangeboden. In de nieuwe regeling worden alle voorgaande contracten meegeteld. Of er een onderbreking is geweest, maakt dan niet meer uit. Dit geldt niet voor seizoenswerk in fase B en voor scholieren of studenten.
Ook de uitzendfases worden verkort naar 1 jaar voor fase A en 2 jaar voor fase B. In de cao mogen hier geen uitzonderingen meer op worden gemaakt. Na 3 jaar moet een contract voor onbepaalde tijd aangeboden worden.
3: Gelijkwaardige arbeidsvoorwaarden
Uitzendkrachten krijgen hetzelfde totaalpakket aan arbeidsvoorwaarden als vaste medewerkers. Op deze manier is er geen concurrentie meer op de arbeidsvoorwaarden. Het FNV vindt dat ook het pensioen hieronder moet vallen, maar daar is door het kabinet nog geen uitsluitsel over gegeven.
4: Niet langdurig bij dezelfde inlener
Volgens de Europese regelgeving mogen uitzendkrachten langdurig bij dezelfde inlener worden geplaatst, maar het kabinet denkt hier anders over. Dat zegt dat uitzenden alleen bedoeld is voor tijdelijk werk en structureel werk door vaste krachten moet worden uitgevoerd. De minister gaat nog onderzoeken wat de Europese richtlijn betekent voor de Nederlandse wet.
Alternatieven om capaciteit te waarborgen
Met deze wijzigingen is het voor werkgevers belangrijk om na te denken over andere manieren om de capaciteit binnen hun bedrijf te waarborgen. Een slim alternatief is door bijvoorbeeld fulltime banen te splitsen in twee deeltijdbanen (jobcarving). Daarnaast kun je onderzoeken of je huidige medewerkers wellicht interesse hebben om hun uren uit te breiden door een tweede functie binnen het bedrijf te vervullen (jobcrafting). Wil je hier meer over weten, neem dan eens contact met ons op.
Bron: FNV/CNV